Je hoeft geen cartoons te laten zien om een boodschap over te brengen

Mohammedcartoons in de klas? ‘Je kan inzichten overbrengen zonder ze te laten zien’

Voxweb 09 nov 2020 Joepe Dorna

Na bedreigingen vanwege Mohammedcartoons ligt de vrijheid van meningsuiting onder vuur, zeggen critici. Antropoloog Martijn de Koning nuanceert de ophef en zegt dat de invulling van vrijheid van meningsuiting vaak heftige reacties oproept. Het tonen van Mohammedcartoons vindt hij daarom niet altijd een goed idee.

In Rotterdam is een docent ondergedoken nadat leerlingen aanstoot namen aan een spotprent in zijn klaslokaal. Ze dachten dat de prent de profeet Mohammed belachelijk maakte. Ook in Den Bosch zit een docent voor haar eigen veiligheid thuis, nadat ze in een les over vrijheid van meningsuiting een tekening van de profeet liet zien. Het leidde tot woede onder veel politici die de bedreigingen zien als een aanval op de vrijheid van meningsuiting. Eerder deze maand werd de Franse docent Samuel Paty na het tonen van spotprenten onthoofd.

Heftige reacties

Antropoloog Martijn de Koning, die veel onderzoek doet naar radicalisering onder moslimjongeren in Nederland, wil de discussie breder trekken dan alleen Mohammedcartoons. Volgens hem gaan discussies over de vrijheid van meningsuiting vaak samen met heftige reacties. Hij vraagt zich af waarom juist nu zoveel te doen is om de cartoons. ‘Ze bestaan al lang en de spotprent in Rotterdam hing al jaren in het klaslokaal. Het zou goed kunnen dat de walgelijke onthoofding in Parijs een trigger was voor de leerlingen.’

Waarom ontstaan zulke heftige reacties bij het tonen van Mohammedcartoons?

‘Als we ons alleen richten op de reacties van de leerlingen, slaan we de plank mis. Discussies over de vrijheid van meningsuiting roepen vaak agressie op bij mensen met allerlei verschillende meningen. De Amsterdamse imam Yassin Elforkani werd bijvoorbeeld bedreigd nadat hij pleitte voor strafbaarstelling van Mohammedcartoons. Het is heel lastig om te stellen wat de voedingsbodem van die agressie en polarisatie is. Je kan natuurlijk denken aan processen als uitsluiting en radicalisering. Tegelijkertijd gaat het gros van moslimleerlingen, of juist tegenstanders van de islam, helemaal niet over tot geweld.’

Martijn de Koning. Foto: RU

Toch wijzen veel politici richting de islam. Na de onthoofding van Samuel Paty verklaarde de Franse president Emmanuel Macron de oorlog aan islamitisch separatisme. Volgens hem is de politieke islam een belangrijke voedingsbodem voor extremisme.

‘Zulke uitspraken vind ik erg problematisch. Mijn vraag aan hem is: wat bedoelt hij met islamitisch separatisme? Nu lijkt het erop dat hij islamisme gelijkstelt aan separatisme. De Franse minister van Binnenlandse Zaken had het over ziekenhuizen waar moslims weigeren om behandeld te worden door iemand van de andere sekse. Terwijl dat helemaal niet per se een islamitische of islamistische kwestie is. Het gevolg is dat grote groepen binnen de islamitische gemeenschappen worden weggezet.’

Werden volgens u moslims in Nederland recent ook verkeerd weggezet?

‘Je ziet wel een bepaalde tendens de laatste weken waarin moslims, zoals de imam uit Amsterdam, worden neergezet alsof ze handlanger van de handlanger bij de moord op Samuel Paty zijn, alleen omdat ze de grenzen van de vrijheid van meningsuiting ter discussie stellen. Het is niet alsof ze tegen de vrijheid van meningsuiting zijn. In het algemeen geldt ook dat acties van moslims die als onacceptabel worden gezien, vaak worden neergezet als salafistisch (een soennitische stroming van de islam, red.). Dat dreigt het salafisme in het algemeen te criminaliseren.’

 Vindt u het een goed idee om Mohammedcartoons in de klas te laten zien?

‘Dat is een afweging die elke docent zelf moet maken. Voorop staat, wat is het doel van je les of college? Het is wel belangrijk om ze te bespreken, want ze maken deel uit van de religieuze geschiedenis en vormen de basis voor hedendaagse discussies. Tegelijkertijd kan je in veel gevallen inzichten overbrengen zonder ze te laten zien. Daarnaast vind ik dat je als docent rekening moet houden met gevoeligheden bij je studenten en bredere discussies in de samenleving. Toen ik bijvoorbeeld colleges gaf over de oorlogen in Joegoslavië waarbij anti-moslimretoriek in afbeeldingen ook een rol speelden, hield ik rekening met de opvattingen en geschiedenis van studenten. Wat als er iemand in de zaal zit die familieleden heeft verloren in Srebrenica?’

Sommige politici, zoals Geert Wilders, benadrukken dat je juist nu spotprenten moet tonen om de vrijheid van meningsuiting te benadrukken.

‘Dat is een van de standpunten die je kan innemen, maar, nogmaals, laat het docenten zelf bepalen.  Bij mijn colleges staat de vraag of het tonen van de afbeeldingen wetenschappelijke doelen dient voor het onderwijs voorop.’

Op dit moment komen docenten in de problemen als ze zulke cartoons tonen. Kan je dat voorkomen?

‘Ik denk van niet. Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en het discriminatiebeginsel zijn zwaar bevochten rechten. Tegelijkertijd zijn ze niet duidelijk gedefinieerd. Daarom zijn er altijd al verschillende opvattingen geweest over wat vrijheid van meningsuiting inhoudt en dus zal dat ook altijd bevochten worden.’

Dat klinkt heel pessimistisch.

‘Volgens mij is het helemaal niet zo erg dat we discussies voeren over onze rechten. Het gros van de Nederlandse burgers praat, discussieert of protesteert op vreedzame wijze. Pas als de discussie verzandt in geweld of bedreigingen, wordt het een probleem. Als samenleving moeten we heel duidelijk stellen dat zulke uitingen niet horen. Ik denk daarom dat overheid, onderwijs en het maatschappelijk middenveld ondubbelzinnig steun moeten geven aan docenten zodat ze Mohammedcartoons kunnen blijven bespreken, of ze die nu laten zien of niet.’


hpn cartoon.jpg
John KistermannComment