“De kunst is om als coach in te zien wat maakbaar is, en wat niet”
“De kunst is om als coach in te zien wat maakbaar is, en wat niet” – interview met dr. Mattheis van Leeuwen
Nederlands Instituut voor Persoonlijke Ontwikkeling 19 maart 2024
Van cognitieve gedragstherapie en EMDR tot ijsbaden en ayahuasca: persoonlijke ontwikkeling is populairder dan ooit. Wie met zichzelf aan de slag wil, heeft talloze manieren om dat te doen. Dat is niet zonder risico’s: een verkeerde therapie of werkwijze van coaches kan averechts werken en onnodig lijden veroorzaken. Wanneer werkt welke methode, bij wie (niet), en hoe bepaal je dat?
Dr. Mattheis van Leeuwen, psycholoog en universitair docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, is geïntrigeerd door de wetenschap achter persoonlijke ontwikkeling. Hij ontwikkelde de Postacademische opleiding Persoonlijke Ontwikkeling, om coaches een wetenschappelijk fundament voor hun werkwijze te bieden.
Je leest een blog uit de reeks ‘Achter de schermen bij gedragsveranderaars’. In deze blogs nemen we je mee in hoe gedragsveranderaars bij de Behavior Change Group werken. Wat is hun kijk op het vakgebied? Welke ontwikkeling zien zij, en hoe gaan ze daarmee om? In deze blog zoomen we in op de psychologie van persoonlijke ontwikkeling.
Als ik een boekhandel in loop, dan struikel ik bijna over de vele zelfhulpboeken. Waar komt die drang om onszelf te ontwikkelen vandaan?
Eigenlijk is dat heel simpel: we willen gelukkig zijn en onze doelen behalen. Wie eigenlijk niet? Daar gaan alle boeken ook over: meer geluk of succes, bijvoorbeeld in je werk of in de liefde. In kleine stappen elke keer dichter komen bij wat je wilt, geeft voldoening.
Maar het komt voor een deel ook voort uit angst en stress. Een mens is een sociaal wezen. Je vergelijkt jezelf met de maatschappij. ‘Zit ik er lekker in?’, ‘Waarom ben ik niet (meer) zo gelukkig als andere mensen?’, ‘Zij lijken te weten hoe het zit’. Dan denk je: ‘Shit, ik moet mezelf fixen, want het gaat niet goed’.
Uiteindelijk is persoonlijke ontwikkeling ook evolutionair gedreven. Mensen streven naar grip op hun leven in een onvoorspelbare wereld.
Kan dat überhaupt…?
Er ís geen grip, die is niet te vinden. Dat voel je onbewust, maar we denken die te vinden door aan onszelf te werken.
Dat klinkt allemaal best wel negatief… Dus eigenlijk proberen we door zelfontwikkeling een gevoel van controle te krijgen?
Ja, dat is iets heel fundamenteels. In een wereld die zo complex is, ga je daar naar op zoek. De mens is een ‘prediction machine’: mensen proberen te voorspellen wat er gaat gebeuren in de toekomst. Je wilt die voorspelling zo goed mogelijk kunnen doen en daarop acteren, zodat het zo goed mogelijk voor je uitpakt. Daarom wil je je blijven ontwikkelen: als je jezelf en de wereld om je heen beter begrijpt, wordt die voorspelling ook beter.
Maar als we nooit écht grip kunnen krijgen op onszelf of de wereld, heeft al die persoonlijke ontwikkeling dan wel zin? Hoe maakbaar zijn wij dan als mens?
Dat is natuurlijk een hele filosofische vraag, en het antwoord op zo’n vraag is altijd een ja-nee antwoord.
Ja, een mens is maakbaar, maar minder dan we denken. Maakbaarheid is wat we meekrijgen in onze westerse wereld. Het ‘ik’, het individu, staat centraal. De grote uitdaging zit in erachter komen wat maakbaar is en wat niet. En precies daar gaat het vaak fout: we werken te vaak aan dingen die niet maakbaar zijn.
Daar gaat het in essentie over, het bekende gebed voor kalmte onderschrijft dat heel mooi: “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien.”
En als je dat inzicht hebt, dan heeft persoonlijke ontwikkeling wel degelijk zin.
Wat is dan bijvoorbeeld niet maakbaar?
Persoonlijkheid, bijvoorbeeld. Die is redelijk consistent, ongeveer 60 tot 80% over de levensloop heen. Mensen voelen vaak: ‘Hee, dit loopt niet lekker op mijn werk of in contact met anderen, dit wil ik veranderen aan mezelf.’ Je kan ook tot wel een derde van bepaalde persoonlijkheidseigenschappen veranderen. Maar dat kost héél veel werk en tijd. En we merken: daar worden mensen niet per se gelukkig van.
Wat veel effectiever is, is kijken naar: wie ben ik? Wat vind ik belangrijk, wat zijn mijn aparte eigenschappen? Tijd besteden om te achterhalen hoe jij in elkaar steekt, en dan een omgeving vinden die daarbij aansluit.
Op dit moment denken we nog te vaak dat we onszelf moeten aanpassen aan de omgeving. Dat komt omdat we vaak een waardeoordeel hebben over wat goed is en wat niet: bepaalde persoonlijkheidskenmerken worden in onze maatschappij hoger beoordeeld dan andere. Extraversie over introversie, bijvoorbeeld.
De realiteit is dat we gewoon een diversiteit aan persoonlijkheden hebben in de wereld, die in andere omgevingen floreren.
En er zijn dingen die wél heel maakbaar zijn en waar je aan kunt werken. Bijvoorbeeld je persoonlijke waarden en je narratief: het verhaal dat je over jezelf en je leven vertelt.
Vaak roepen mensen bij hun ontwikkeling de hulp in van een ander, een coach bijvoorbeeld. Arjen Lubach maakte er al een mooi item over: ‘Veel te veel coaches’. Wat is volgens jou het grootste probleem aan het overschot aan coaches?
Ik vind het vooral interessant om te kijken naar waar die vraag vandaan komt. Er is dus een toename in de behoefte aan coaching.
Volgens mij komt dat door twee dingen: de eerste is dat psychologen en psychiaters overbelast zijn. Die kunnen het niet meer aan. Er is meer lijden, en ook meer bewustzijn van dát we lijden. Ik vind het ook goed dat mensen dan bij een coach terechtkomen, die kan helpen om dat leed aan te pakken. Anders houd je ook ruimte bij psychologen of psychiaters ‘bezet’ voor mensen die echt zware klinische depressies, stoornissen of trauma’s hebben.
Anderzijds is er nu ook meer aandacht voor mentaal en fysiek welzijn en hebben we de luxe om daarmee bezig te zijn. In plaats van ‘ik voel me niet lekker, hoe kan ik beter worden?’ is de focus in onze maatschappij nu meer: ‘hoe functioneer ik optimaal?’. En dat is eigenlijk prima, want we weten ondertussen ook heel veel over persoonlijke ontwikkeling en geluk, en wat je daaraan kan doen. De meeste mensen worden ook wel echt beter of gelukkiger van werken aan zichzelf.
Dus je vind het geen probleem?
Het is pas een probleem als een coach niet kan helpen. Super simpel.
Je pleit voor evidence-based coaching. Waarom?
In mijn ogen is het cruciaal dat coaches weten wat ze wel en niet kunnen, en wanneer ze moeten doorverwijzen naar een psycholoog. En voor de dingen die ze wel kunnen, is het natuurlijk mooi als ze instrumenten gebruiken die bewezen effectief zijn.
En heel veel coaching is vraaggestuurd. Iemand komt binnen en zegt: ‘ik wil succesvoller zijn’, ‘ik wil effectiever zijn’, ‘ik wil een fijnere relatie’. Maar de vraag daarachter is: waarom wil je dat?
En daar zie ik dat coaches soms nog de handvatten missen om dieper in de geest van de vraagsteller te duiken: is dit wel waar je aan zou moeten werken, of zijn er andere dingen?
Wat is evidence-based coaching? Hoe gaat dat in zijn werk?
Allereerst: er is niet één beste manier om te coachen, ongeacht wat gepromoot wordt in de klinische hoek.
Het gaat er met name om dat je als professional kunt bepalen: wat is bij wie, wanneer nodig? Welke instrumentaria zijn er allemaal die jij kan gebruiken? Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in iemands context, persoonlijkheid, waarden, doelen of narratief? Want als je de verkeerde instrumenten gebruikt, komt daar informatie uit, maar daar kun je dan niet zoveel mee.
Er zijn bijvoorbeeld belachelijk veel persoonlijkheidstestjes die helemaal niet meten wat ze zeggen te meten. Iemand denkt dan: ‘Oh, ik ben “rood”’ of ‘Ik ben “INFJ-P”’. Maar dat zijn geen harde psychologische constructen, dus waar werk je dan eigenlijk aan?
Je wilt als coach dus een breed overzicht van methodieken hebben die wetenschappelijk onderzocht zijn, en dan onderbouwd bepalen wat je kiest.
Ik ga even advocaat van de duivel spelen. Stel, ik kies als coach de verkeerde werkwijze, maar iemand denkt tóch dat het werkt… is dat niet alsnog nuttig vanwege het placebo-effect?
Ja, en dan kan het ook werken. De kracht van verwachting die jij hebt van de therapie of van de coaching is supersterk. Maar het werkt nóg sterker als je de goede materialen gebruikt. Het is gewoon een additief proces.
En het feit dat een methodiek bewezen is en mensen voelen: ‘dit klopt’, versterkt ook weer het placebo-effect. Het is eigenlijk een positieve versie van een vicieuze cirkel.
Het hoeft dus niet fataal te zijn om een methodiek te gebruiken die niet goed werkt, want je kan surfen op het placebo-effect. Maar er zitten haken en ogen aan. Want als je als coach het verkeerde advies geeft over wat je cliënt zou moeten doen, heb je uiteindelijk een cliënt die slechter af is dan hoe die begon, ook al volgt de cliënt dat advies vol overtuiging op.
Stel, iemand komt binnen en zegt: ‘ik ben niet tevreden met mijn baan’ – maar daaronder ligt een klinische stoornis. Jij als coach zegt: ‘ik ga je daarmee helpen’ en je cliënt vertrouwt je volledig. Je schrijft de cliënt voor om te mediteren en om erachter te komen wie die is. Dit kan zeker helpen in veel gevallen, maar het is niet écht de oplossing voor de cliënt op dat moment. Want eigenlijk moet die doorverwezen worden.
Eigenlijk is dat een integere manier van werken en handelen, vind ik.
Absoluut. Het gaat om weten wat je als coach wel en niet kan bieden, en inzien wat de cliënt wel of niet kan veranderen.
Waarom heb jij uiteindelijk de Postacademische opleiding Persoonlijke Ontwikkeling opgezet?
Er is ontzettend veel informatie over hoe je persoonlijke ontwikkeling in kaart brengt: wat je kan veranderen, wat je niet kan veranderen, en hoe je dat doet. En er is tegelijkertijd dus een enorme groei aan coaches. Maar ik zie geen parallelle groei in goede informatie die aangeboden wordt aan coaches.
De meeste coachopleidingen zijn goed, maar vooral skills-georiënteerd: hoe praat je met iemand, hoe werk je met methodiek X, enzovoorts. Maar professionele aandacht voor welke tools – die al jarenlang onderzocht zijn en werken – er zijn, hoe die tools werken en wat ze opleveren ontbreekt. Er is weinig aandacht voor een overzicht van hoe het allemaal met elkaar samenhangt en wat de essentiële bouwstenen van een mens en diens motivatie zijn.
Wat leer je precies in de Postacademische Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling?
Je duikt diep in vragen als: wat is persoonlijkheid eigenlijk en wat is persoonlijke ontwikkeling? Hoe hangt dat samen met coaching en hoe help je mensen inzicht te krijgen in zichzelf en effectief daaraan te werken?
Je leert op basis van wetenschappelijk onderzoek wat de beste instrumenten en methodieken zijn. En we zullen ook eerlijk zijn: wat zijn de voor- en nadelen van deze tools? Wat kunnen ze bijvoorbeeld nog niet?
Ook gaan we in op vragen als: hoe help je mensen de juiste doelen te stellen, hoe ontdek je waarden, hoe help je mensen inzicht te krijgen in hun verhaal en daaraan te werken? En we bespreken factoren die los van instrumentaria en behandelingen de effectiviteit van het coachingstraject bepalen, zoals de relatie tussen coach-coachee en hoe deze te verbeteren. Het helpt je ook om jouw visie op je coaching(praktijk) vorm te geven.
Dus na de opleiding weet ik wanneer ik welke methodiek in moet zetten?
Dat kun je van tevoren niet weten – dat is echt iets waar je achter komt in de interactie met de cliënt. Dat is maatwerk en elke keer anders. Uiteindelijk is de cliënt degene die het inzicht moet krijgen, het zélf moet willen en dus óók achter de methodiek moet staan. Je wilt niet iets aanbieden dat niet past bij de cliënt.
Je kunt wel, met de kennis en methodieken die je hier leert, met meer fundament bepaalde suggesties doen. Je combineert de HEXACO met een ijsbad of lichaamsgericht werk bijvoorbeeld, maar weet vooral wáárom je dit doet. De ‘kaartenbak’ waar je uit kiest is groter en onderbouwd.
Tot slot: wat zou je coaches willen meegeven om meer effect te hebben op de persoonlijke ontwikkeling van hun cliënten?
Weet wat maakbaar en niet maakbaar is. Onwijs moeilijk, maar probeer een balans te vinden tussen actie en acceptatie. Dat geldt zowel voor je werk als coach en voor je eigen persoonlijke ontwikkeling.
Waarden, doelen en je narratief (het verhaal wat je over jezelf vertelt) zijn dus heel erg maakbaar. Persoonlijkheid minder: je kunt er een beetje aan werken, maar accepteren dat je bent wie je bent maakt gelukkiger.
In je coaching is evidence-based werken daarom raadzaam, doordat je beter weet waar je wel of niet op moet focussen met een cliënt. Dat komt doordat je een scherper overzicht hebt van mogelijke werkwijzen en bewezen instrumenten, en wanneer je die in moet zetten en bij wie. Uiteindelijk help je daar zowel je cliënt als jezelf als professional het meest mee.
Weten wat wel of niet in je macht ligt is de sleutel.
Wil jij als professioneel begeleider evidence-based werken?
Help jij mensen met hun persoonlijke ontwikkeling en wil je meer wetenschappelijke onderbouwing van wat je doet? Leer om inzichten uit de filosofie en psychologie in te zetten voor meer impact op persoonlijke ontwikkeling. Schrijf je in voor de Postacademische Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling!