Meer dan een knuffelvriend: dit is waarom blootstelling aan huisdieren allergieën bij kinderen kan voorkomen
Kinderen die opgroeien op een boerderij of met huisdieren, lijken minder vaak allergieën te ontwikkelen.
Scientias A. Stiru 28 november 2024
Kinderen die opgroeien op een boerderij of met huisdieren, lijken minder vaak allergieën te ontwikkelen. Hoe dat precies werkt, onderzocht een Zweeds onderzoeksteam door naar de ontwikkeling van darmbacteriën bij baby’s te kijken.
Wie opgroeit met veel contact met dieren, zoals op een boerderij of in een huishouden met huisdieren, heeft minder kans op allergieën zoals astma en eczeem. Dit zogeheten ‘boerderij-effect’ is al langer bekend, maar de precieze mechanismen blijven een raadsel. De nieuwe studie van de Universiteit van Göteborg onderzocht de rol van de darmflora – de verzameling bacteriën die in onze darmen leven – bij het ontstaan van deze allergieën.
Het onderzoek volgde 65 baby’s uit het zuidwesten van Zweden, van wie er 28 op boerderijen woonden en 40 huisdieren hadden. Gedurende de eerste 18 maanden van hun leven namen de onderzoekers ontlastingsmonsters en analyseerden ze welke bacteriesoorten aanwezig waren. Later werd gekeken of de kinderen op 3- en 8-jarige leeftijd allergieën hadden ontwikkeld.
Veel meer ‘goede’ bacterieën
De resultaten waren opvallend. Kinderen die op boerderijen woonden, hadden al snel een veel hoger aandeel anaerobe bacteriën (bacteriën die zonder zuurstof leven) in hun darmen. Ook in huishoudens met huisdieren zagen de onderzoekers voordelen. Baby’s met een hond of kat in huis ontwikkelden eerder een gezonde darmflora. Zo zagen de onderzoekers een toename van nuttige bacteriesoorten zoals Bifidobacterium, Bacteroides en Lactobacillus. Anaerobe bacteriën spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van een gezonde darmflora en dragen bij aan het immuunsysteem. Zo helpen ze het lichaam te leren onderscheid te maken tussen ‘vriend’ en ‘vijand’, wat de kans op een overreactie – zoals allergie – verkleint. Kinderen zonder deze bacteriën bleken vaker allergieën te ontwikkelen.
Boerderijen versus stad: een vroege voorsprong
Bij boerderijkinderen vonden de onderzoekers dat de darmflora al in de eerste maanden geavanceerder was. Dit uitte zich onder andere in minder aanwezigheid van Escherichia coli, een bacterie die gedijt in minder complexe darmflora’s. Daarnaast hadden boerderijkinderen minder vaak Clostridioides difficile, een bacterie die vaak in verband wordt gebracht met een immuunsysteem dat moeite heeft met regulatie. Het interessante is dat deze verschillen al in de eerste week na de geboorte zichtbaar zijn. Dit suggereert dat blootstelling aan de microbiële omgeving op boerderijen vanaf het prille begin een rol speelt. En hoewel het effect minder uitgesproken was dan bij boerderijkinderen, laten de resultaten zien dat ook contact met huisdieren een positieve invloed kan hebben op de darmgezondheid.
Wat betekent dit voor allergiepreventie?
De link tussen darmflora en allergieën is veelbelovend, maar complex. Uit het onderzoek bleek dat baby’s met een hoger aandeel anaerobe bacteriën in de eerste weken van hun leven minder vaak allergieën ontwikkelden. Omgekeerd bleken kinderen met meer C. difficile juist een verhoogd risico te hebben. Dit roept de vraag op: kunnen we de darmflora van baby’s doelbewust beïnvloeden om allergieën te voorkomen? Hoewel probiotica en andere interventies veelbelovend zijn, waarschuwen de onderzoekers dat dit veld nog in de kinderschoenen staat. De onderzoekers benadrukken dat meer studies nodig zijn om de effecten hiervan te bestuderen.
Bronmateriaal
"Gut microbiota markers in early childhood are linked to farm living, pets in household and allergy" -