De positieve en negatieve veranderingen in het brein van kinderen n.a.v. scherm/speltijd

Tv-kijken en computerspelletjes spelen lijkt de hersenen van kinderen behoorlijk en langdurig te veranderen

Scientias C. Kraijvanger 27 november 2023

De tijd die onze kinderen voor de tv of achter het scherm doorbrengen verandert de structuur en het functioneren van hun brein, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Sommige van die veranderingen lijken positief, andere vooral negatief.

Dat schrijven onderzoekers in het blad Early Education and Development. Ze baseren zich op een analyse van 33 eerder uitgevoerde studies waarin met behulp van neurobeeldvormingstechnieken – zoals EEGs en MRI-scans – gekeken werd naar de invloed die digitale technologieën op de hersenen van kinderen hebben. In totaal namen aan deze 33 studies meer dan 30.000 kinderen (jonger dan 12 jaar) deel. En samen schetsen die tientallen onderzoeken een tamelijk consistent beeld, zo moeten de onderzoekers concluderen. Zo onthullen ze dat de tijd die kinderen televisie kijkend of computerspelletjes spelend doorbrengen een meetbaar en langdurig effect heeft op de structuur en het functioneren van hun brein.

Schokkend
“Eerlijk gezegd hebben de resultaten ons wel verrast,” stelt professor Philip Li, één van de auteurs van de review, in gesprek met Scientias.nl. “Hoewel we al jaren onderzoek doen naar het vroege gebruik van schermen en de impact die dat heeft op de hersenontwikkeling, waren we toch wel geschokt door het middels neurobeeldvormings-technieken verkregen bewijs dat schermgebruik onze hersenen – en dan met name ook de structuur en functie ervan – al op jonge leeftijd vormgeeft. En die vormgeving begint dus al vrij vroeg, houdt lang stand, is verreikend en onomkeerbaar. Op de lange termijn verandert schermgebruik het menselijk brein en grijpt het diep in op de menselijke evolutie,” zo is Li’s overtuiging.

Veranderingen
Heel concreet vonden de onderzoekers tijdens hun review bewijs voor verschillende veranderingen die in het brein van kinderen optreden wanneer zij behoorlijk wat tijd achter of voor een scherm doorbrengen. De grootste veranderingen blijken daarbij op te treden in de prefrontale cortex, waar taak-relevante informatie tijdelijk wordt opgeslagen (oftewel waar ons werkgeheugen resideert) en dat nauw betrokken is bij het nemen van beslissingen en het maken van planningen. Ook zagen de onderzoekers dat schermgebruik tot veranderingen leidde in de pariëtale kwab – betrokken bij het verwerken van zintuiglijke informatie – en de temporale kwab – betrokken bij het gehoor, het verbale geheugen en de taalfuncties – en de occipitale kwab – betrokken bij het verwerken van visuele informatie.

Positief
Sommige van de veranderingen zijn positief, zo vertelt Li. “EEGs laten bijvoorbeeld zien dat digitale ervaringen de activiteit in de frontale kwab (waar ook de prefrontale cortex onderdeel van is, red.) verhogen, wat suggereert dat er nieuwe kennis wordt opgedaan en bestaande kennis wordt opgehaald.” En een andere studie onthulde een verhoogde activiteit in de bovenste en buitenste delen van de prefrontale cortex wanneer kinderen op een scherm fantasierijke content voorgeschoteld kregen. “Dat hint erop dat op zo’n moment meer van het brein gevraagd wordt.” En dat leidt mogelijk tot betere cognitieve vaardigheden.

Negatief
Maar schermgebruik heeft niet alleen positieve effecten. Li en collega’s stuitten ook op negatieve gevolgen. En die lijken in de studies die zij nader bestudeerden zelfs de overhand te hebben. “Schermgebruik lijkt ook uitgebreide negatieve gevolgen te hebben voor de hersenontwikkeling, die uiteenlopen van een aantasting van het concentratievermogen tot aantasting van sommige executieve vaardigheden en van aantasting van de inhiberende controle (het onderdrukken of afremmen van bepaalde gedragingen, red.) tot aantasting van de verbindingen tussen verschillende hersengebieden.”

Schermtijd en -type
Welke impact schermgebruik op het brein heeft, hangt volgens de onderzoekers onder meer nauw samen met de tijd die een kind voor of achter het scherm doorbrengt. Ook het type scherm doet ertoe. Zo blijkt fantasierijke content het brein van kinderen zoals je hierboven al kon lezen, uit te dagen. Maar die uitdaging nam af wanneer de kinderen die content op een touchscreen-apparaat keken. “Wat erop wijst dat de mogelijkheid van tactiele feedback ervoor zorgt dat er minder van het brein gevraagd wordt,” aldus Li. “En dat suggereert dan weer dat de impact die schermgebruik op de executieve functies van kinderen kan hebben, mede gedicteerd wordt door zowel het type content als de manier waarop het gepresenteerd wordt.”

Duur
Hoelang de hersenfunctie van kinderen – hetzij positief of negatief – door schermgebruik wordt beïnvloed, is op basis van de beschikbare informatie lastig te concluderen, zo erkent Li. “De meeste studies die wij gereviewed hebben, onthullen enkel welke gevolgen schermgebruik direct of op korte termijn heeft. Er is slechts één onderzoek waarin deelnemers gedurende een jaar werden gevolgd. Maar wij geloven dat de invloed van schermgebruik langdurig is. Er zijn echter meer langlopende onderzoeken nodig om daar meer wetenschappelijk bewijs voor te hebben.”

Vervolgonderzoek
Meer onderzoek is verder ook nodig om onderscheid te maken tussen de effecten van een lange of korte schermtijd. Want onduidelijk blijft welke invloed uiteenlopende schermtijden op de hersenontwikkeling hebben. Is een korte schermtijd minder invloedrijk of op een andere manier van invloed op de structuur en functie van de hersenen dan een lange schermtijd? Wetenschappers weten het niet. Ook is nog niet helemaal duidelijk hoe schermgebruik de hersenen precies verandert. Dat er zoveel vragen zijn, is niet verwonderlijk, noch een schande, zo benadrukken de onderzoekers. Schermgebruik – en dus ook de effecten daarvan op de hersenen van jonge kinderen – is een relatief nieuw fenomeen.

In afwachting van vervolgonderzoek lijkt in ieder geval wel vast te staan dat schermgebruik het jonge brein niet onberoerd laat. En neurobeeldvormingsmethoden lijken toch vooral negatieve gevolgen in het brein te ontwaren. “Zowel leerkrachten als ouders zouden zich ervan bewust moeten zijn dat de cognitieve ontwikkeling van kinderen mogelijk beïnvloed wordt door hun digitale ervaringen,” zo schrijven de onderzoekers. Toch weigeren de wetenschappers te pleiten voor een verbod op het gebruik van schermen door jonge kinderen. “Het is onmogelijk om kinderen ervan te weerhouden digitale apparaten te gebruiken nu die zo geïntegreerd zijn geraakt in hun dagelijks leven,” denkt Li. In plaats van een verbod ziet hij dan ook meer in het beperken van schermtijd. Hij sluit zich wat dat betreft aan bij het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie dat schermgebruik voor kinderen van 1 jaar of jonger afraadt en adviseert om kinderen van 2 jaar niet meer dan een half uur voor het scherm te parkeren en kinderen van 3 en 4 niet langer dan één uur schermtijd te gunnen.

John KistermannComment