Waarom helpen we anderen (ten koste van onszelf)?
Herken je deze altuïstrische trek bij jezelf of een ander?
Scientias M. Nowee 23 juni 2024
Dat heeft te maken met inlevingsvermogen, ontdekten wetenschappers van het Nederlands Herseninstituut. En hoeveel je daarvan hebt, kan je (in ieder geval bij één specifieke groep mensen) in de hersenen aantonen.
Een hand uitsteken naar een toerist die een loodzware koffer de trein in probeert te tillen of iemand die net is gevallen overeind helpen. De meeste mensen voelen met momenten de drang om iemand te helpen. Vooral als de ander in nood is. Maar waar komt die altruïstische impuls eigenlijk vandaan? En waarom zijn sommige mensen hier gevoeliger voor dan anderen, zelfs als anderen helpen ten koste kan gaan van jezelf? Wetenschappers van het Nederlands Herseninstituut besloten dat te onderzoeken.
De neurowetenschappers vermoedden voorafgaand aan het onderzoek dat empathie de belangrijkste voorspeller is voor sociaal gedrag. Kan je je beter inleven in de situatie van de ander, dan zul je ook sneller geneigd zijn om de ander te helpen, was het idee. Om die theorie te testen, zetten de onderzoekers een experiment op waarbij de deelnemers het gevoel kregen dat hun beslissingen concrete gevolgen zouden hebben, zowel voor zichzelf als voor iemand anders. Die opzet was cruciaal, vertelt supervisor Christian Keysers. “Als je mensen gewoon vraagt of ze genereus zijn of niet, zeggen de meesten namelijk graag ‘ja’.” En dus rekruteerden de onderzoekers deelnemers waarvan ze zeker wisten dat ze zeer empathisch zijn. Namelijk mensen met ‘spiegelpijn-synesthesie’, een zeldzame aandoening waarbij mensen rapporteren dat ze de pijn van anderen als hun eigen pijn ervaren.
Pijn doen
In het experiment kregen deelnemers met en zonder spiegelpijn-synesthesie een videoverbinding met iemand waarvan ze geloofden dat het een andere deelnemer was. Die ‘deelnemer’ leek elektrische schokken of klappen op hun hand te krijgen. “Om echte verschillen tussen mensen bloot te leggen, moet je namelijk een situatie creëren waarin het leed van anderen reëel aanvoelt”, vertelt tweede supervisor Valeria Gazzola. Om de pijn van de ander te verlichten, konden de deelnemers geld doneren wat ze van de onderzoekers hadden gekregen. Als empathie inderdaad de voorspeller is van sociaal gedrag, dan zouden de deelnemers met spiegelijn-synesthesie vanwege hun intense empathie zich socialer opstellen, en dus meer doneren, zo was de theorie.
Geld doneren
Die voorspelling kwam ruimschoots uit. De deelnemers met spiegelpijn-synesthesie gaven aanzienlijk meer geld dan degenen zonder de aandoening. “Dit suggereert dat hun intense empathie hen extra motiveert om anderen te helpen”, concludeert onderzoeker Kalliopi Ioumpa. “Zelfs als dat een persoonlijk offer met zich meebrengt.” Maar de onderzoekers ontdekten nog iets verrassends. Tijdens deze beslissing lagen de deelnemers namelijk in een fMRI-scanner, waardoor de onderzoekers konden zien welke hersengebieden betrokken waren bij het nemen van hun beslissingen, en hoe die verschilden tussen de hyper-empathische deelnemers en de controlegroep.
Daaruit bleek dat de deelnemers met spiegelpijn-synesthesie een verhoogde activiteit hadden in de zogenaamde ‘secundaire somatosensorische cortex’. Een hersengebied dat een belangrijke rol speelt in de verwerking van sensorische informatie, zoals pijn. Dat impliceert dat spiegelpijn-synestheten de pijn van anderen niet alleen emotioneel, maar ook op een sensorisch niveau ervaren. Dat is een verschil met de meeste mensen, “die zich over het algemeen vooral ongemakkelijk voelen als we anderen pijn zien lijden”, aldus Keysers.
Empathie is aan te leren
Dat spiegelpijn-synestheten een verhoogd gevoel van empathie hebben, betekent overigens niet dat empathie iets is waar je simpelweg mee wordt geboren of niet. Integendeel zelfs. Het is een eigenschap die je je hele leven door blijft ontwikkelen, ontdekten onderzoekers van Universiteit van Würzburg eerder dit jaar. En dat is goed nieuws volgens Gazzola. “Omdat empathie geen vaste eigenschap is, maar iets is waar we controle over hebben, kunnen we beïnvloeden hoe prosociaal we besluiten te zijn.”
De keerzijde is dat je empathie ook kan afleren, voegt Ioumpa aan. “Denk bijvoorbeeld aan artsen, zij hebben de neiging om in de loop der jaren minder empathisch te worden omdat ze hun empathie moeten blokkeren.” De onderzoekers hopen daarom dat hun werk inspiratie biedt voor interventies die zich richten op een meer empathische en prosociale toekomst.