Straffen belonen of dreigen als kids niet luisteren tijdens kerst?

Geen toetje of kerstcadeau? Veel ouders gebruiken dreigementen om hun kroost in toom te houden. Wat helpt wél?

Scientias J. Kras 21 december 2024

Je krijgt een snoepje als je nu stopt met krijsen op de vloer van de supermarkt, de Kerstman slaat je over dit jaar, of we geven al je speelgoed aan de kinderen in Afrika als je nu niet je eten opeet. Er zijn vele voorbeelden van hoe ouders dreigementen gebruiken om hun stoute kinderen te laten luisteren. Maar dat is niet de juiste manier.

Uit een Amerikaanse peiling van de University of Michigan blijkt dat een kwart van de ouders met kinderen tussen de 3 en 5 jaar hun kind heeft gedreigd met een kerst zonder cadeaus. Andere veelgebruikte methoden zijn het dreigen om eerder naar huis te gaan bij een activiteit, het dessert over te slaan of speelgoed weg te nemen. Maar dreigen is niet de enige strategie: bijna de helft van de ouders gaf toe ook weleens steekpenningen – zoals snoep of een extraatje – in te zetten om het gedrag van hun kinderen te sturen.

Positieve bekrachtiging en discipline

Volgens kinderarts Susan Woolford, hoofdonderzoeker van de nationale poll, speelt discipline een belangrijke rol bij het leren van veilig en gepast gedrag. Maar ze waarschuwt: loze dreigementen zijn een slecht idee, ze zijn zelden effectief. “Ze ondermijnen het vertrouwen in jou als ouder, en je geloofwaardigheid. Positieve bekrachtiging – reageren op wat het kind goed doet – en consequente discipline hebben een veel groter positief effect op de lange termijn.”

Het belang van consistentie

De helft van de ouders noemt zichzelf consequent in de aanpak van ongewenst gedrag, maar ondertussen geeft een groot deel van hen wel toe dat de consistentie soms lastig vol te houden is. Ouders met kinderen tussen de 1 en 5 jaar worstelen vooral met dreumesen die te klein zijn om regels te begrijpen, en de druk om een publieke driftbui te voorkomen. Daarnaast hebben ze het gevoel dat veel van hun gebruikte opvoedingsstrategieën in de praktijk niet goed werken.

Bijna een kwart van de ouders geeft aan dat irritatie, vermoeidheid of afleiding ervoor zorgen dat ze soms reageren zonder eerst na te denken. Woolford benadrukt dat planning essentieel is: “Het kan moeilijk zijn om consequent te blijven zonder een plan – vooral wanneer ouders moe of overweldigd zijn.” Ze adviseert ouders om samen afspraken te maken over opvoedstrategieën. Dit voorkomt tegenstrijdige signalen over grenzen en verwachtingen.

Werkt mijn aanpak eigenlijk wel?

Veel ouders betwijfelen of hun aanpak wel effectief is. Slechts twee op de vijf ouders zijn ervan overtuigd dat hun disciplinestrategieën echt werken; de rest ziet slechts een gedeeltelijk effect. Vanwege deze onzekerheden zoekt de meerderheid steun bij hun omgeving. Ze overleggen met hun partner, vrienden en familie, of raadplegen boeken, artikelen en social media. Minder dan een vijfde bespreekt hun opvoedingsvraagstukken met een zorgverlener. Slechts een op de acht ouders denkt nauwelijks over dit hele topic na.

Sommige ouders gaven toe soms strategieën te gebruiken die niet (meer) sociaal geaccepteerd zijn of worden aanbevolen door experts, zoals slaan. Onderzoek toont aan dat fysieke straf vaak leidt tot meer agressie en opstandigheid bij jonge kinderen. Woolford waarschuwt dat dit soort tactieken op de lange termijn meer kwaad dan goed doen. “Discipline moet altijd aansluiten bij de leeftijd en ontwikkelingsfase van een kind”, legt ze uit.

De juiste aanpak voor elke leeftijd

Voor kinderen van 1 tot 2 jaar werken afleiding en omleiden het beste, vertelt Woolford. In deze fase zijn kinderen druk hun omgeving aan het verkennen en zijn ze nog niet opzettelijk ongehoorzaam. Ouders van kinderen in deze leeftijdsgroep geven in de peiling aan vaak gebruik te maken van deze strategieën. Maar vanaf 2 jaar begint een kind te begrijpen dat zijn gedrag reacties kan uitlokken. Dit motiveert hem om grenzen op te zoeken en te testen. Voor kinderen tussen de 3 en 5 jaar gebruiken ouders vaker waarschuwingen, een strenge toon of time-outs.

Woolford benadrukt dat het in deze fase cruciaal is om logische consequenties in te zetten. “Als een kind bijvoorbeeld boos een glas drinken omstoot, is een passende straf het opruimen van de rommel. Een willekeurige straf, zoals het afpakken van speelgoed, is minder effectief.” Het is daarbij belangrijk dat de gevolgen direct volgen op het gedrag, zodat het kind de link begrijpt.

Meebewegen met ontwikkeling

Kinderen reageren verschillend op discipline, en hun reacties veranderen naarmate ze ouder worden. Woolford adviseert ouders om flexibel te blijven en open te staan voor nieuwe strategieën. “Balans is het sleutelwoord”, zegt ze. “Corrigerende maatregelen combineren met positieve bekrachtiging – zoals lof of beloningen – helpt kinderen niet alleen leren van hun fouten, maar versterkt ook hun zelfvertrouwen.”

Bronmateriaal

"National Poll on Children’s Health" - C.S. Mott Children’s Hospital, University of Michigan Health

John Kistermann