Scholen laat je niet gek maken; beperk je in activiteiten en richt je meer op je core business

Scholen krijgen te veel op hun bordje

Radboud Recharge 3 juli 2023

Judith is directeur van een basisschool en vraagt zich af of ze dat nog wil blijven. Een ouder op het schoolplein vroeg of de school dit jaar wel meedoet aan de Week van de Mediawijsheid. Hartstikke leuk natuurlijk, en het lijkt Judith ook waardevol dat haar leerlingen op school kennis opdoen over veilig internetgebruik. Toch zit Judith in dubio: ze hebben net Warmtetruiendag achter de rug. Een initiatief van het Klimaatverbond Nederland, om aandacht te vragen voor energiebesparing. Daarvoor was het de Week van het Geld, de Dag van de Ouderen en de Werelddag van Verzet tegen Armoede. Dáárvoor stond de school drie weken op zijn kop in verband met het Sinterklaasfeest en binnenkort is het alweer tijd voor de musical. Haar leraren lopen ondertussen al op hun tandvlees.

Terwijl Judith probeert na te denken over hoe en wanneer ze hun taal- en rekenonderwijs eens op orde kunnen brengen – de streefniveaus worden bij lange na niet gehaald – komt er een mailtje binnen. Weer een ouder, een diëtist. Of het team niet eens aan de slag moet met de Gezonde School-aanpak? Ze zakt zuchtend weg in haar bureaustoel en staart moedeloos voor zich uit. Na een poosje valt haar blik op een felgekleurde post-it. Er staat een aantekening op van de MR-vergadering. De oudergeleding zou graag zien dat hun kinderen wat meer bewegend leren. Judith weet het nu zeker: ik kap ermee.

Dat deze ervaring van Judith niet overdreven is, laat Casper Hulshof zien. Deze docent onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht begon een paar jaar geleden een ludieke actie. Hij hield op een website een lijst bij van zaken die scholen allemaal op hun bordje geschoven krijgen. In eerste instantie is het lezen van de lijst vermakelijk, maar na verloop van tijd staat het huilen je nader dan het lachen. Zijn initiatief belicht een serieuze maatschappelijke vraag: worden scholen niet schromelijk overvraagd?

Onderwijs over alcohol- en drugsmisbruik, de dode hoek, gebarentaal, programmeren, overleven in de natuur, brandveiligheid, omgaan met geld, insmeren tegen de zon, slaapgebrek, reanimatie, mondverzorging, orgaandonatie en privacy. Het is maar een greep uit de lijst van Casper, en voor alles is echt wel iets te zeggen. Het probleem is echter dat leraren slechts een beperkte tijd hebben om hun leerlingen alleen al de vereiste reguliere lesstof te onderwijzen.

Reguliere lesstof, dat klinkt misschien saai, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn, en blijkt ook heel erg belangrijk. De Stichting Lezen en Schrijven heeft de gevolgen van laaggeletterdheid, waar zo’n 2,5 miljoen mensen in Nederland mee kampen, netjes op hun website uiteengezet.

Mensen die een beperkte lees- en rekenvaardigheid hebben, vinden bijvoorbeeld minder snel een baan of partner, hebben vaker te maken met armoede, schulden en criminaliteit, komen vaker in de problemen bij het communiceren met overheden, bedrijven en organisaties, zijn minder politiek actief en leven korter en ongezonder.

Het is dus niet gek dat Dennis Wiersma, die onlangs opstapte als minister, stevig inzette op die basisvaardigheden. Die moeten en kunnen echt beter in Nederland. Te hopen valt dat zijn opvolger zich hier ook hard voor wil maken.

Onvoldoende leren op de basisschool kan immers best rampzalige gevolgen hebben. En niet alleen voor het individu. Uit berekeningen van PwC volgt dat de maatschappelijke kosten voor laaggeletterdheid in Nederland ruim 1 miljard euro per jaar bedragen. Als ik dit punt maak krijg ik nogal eens terug ‘dat toch niet iedereen naar het vwo moet’. Zeker niet én alsjeblieft niet.

Maar weet je wat wel iedereen moet kunnen? Het formulier lezen dat in die gevreesde blauwe envelop zit, nagaan welke bijwerkingen het medicijn heeft dat je krijgt voorgeschreven, een kieswijzer voor de verkiezingen invullen, de offerte die de aannemer voor de dakkapel heeft opgesteld begrijpen en narekenen, de kosten van een abonnement op je smartphone doorzien, enzovoort, enzovoort. Deze vaardigheden kunnen simpelweg voorkomen dat er van alles misgaat in je leven én dat je continu geflest wordt.

Daarom verbaas ik mij altijd zo over die websites van veel basisscholen. Vol prachtige plaatjes van vrolijk spelende kinderen en een visiestuk met de mooiste beloftes over persoonsvorming, de ontplooiing en talentontwikkeling van ieder uniek kind, ga zo maar door.

Wat vaak ontbreekt, zijn richtinggevende uitspraken over waar basisscholen volgens mij in de kern vooral voor zijn: kinderen in een veilige omgeving zo goed mogelijk leren lezen, spellen, rekenen en schrijven, en veel gemeenschappelijke kennis meegeven over de wereld. Hoe ze hun burgerschap later willen invullen, welke baan ze interessant lijkt, wat voor persoon ze willen worden of hoe ze de wereld eventueel willen gaan redden, dat kunnen ze dan lekker zelf bepalen.

Dit artikel is geschreven door Erik Meester, leraar en curriculumontwikkelaar, verbonden aan de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen voor Primair Onderwijs en de masteropleiding Curriculumontwikkeling voor Primair Onderwijs aan de Radboud Universiteit. In juni is hij opiniemaker op zondag voor de Volkskrant, die elke maand iemand uitnodigt een serie columns te publiceren op www.volkskrant.nl/opinie.