Wat je huisdier wil, is niet altijd wat jij denkt

Wat jij denkt klopt niet altijd

Rijkuniversiteit Groningen E. Bouma J. Ploeger

26 september 2023

Laat er geen misverstand over bestaan: onderzoeker Esther Bouma is dol op dieren. En dan met name katten. Ze heeft er zelfs een adviesbureau voor, Katsgewijs. Dat is ook wel noodzakelijk, want hoe mensen tegenwoordig denken over hun huisdier, en vooral denken vóór hun huisdier is niet altijd in het belang van het beest. Met vervelende situaties tot gevolg. Bouma is een van de weinigen die onderzoek doet naar de invloed van mensen op het welzijn

Het toedichten van menselijke eigenschappen aan dieren is iets wat wij mensen van nature doen. Het helpt ons om ons in te leven in anderen en hun gedrag te voorspellen. Maar huisdieren hebben vaak andere motivaties voor gedrag dan wij mensen. We denken dat we onze dieren goed aanvoelen, maar het is maar de vraag of we daar echt goed in zijn. Complexe emoties, zoals schaamte of jaloezie, zijn niet aannemelijk bij katten, maar worden wel vaak aan hen toegedicht. Bouma lacht. ‘Katten kennen bijvoorbeeld geen schaamte. Wij denken dat ze dat hebben omdat wij zelf niet graag in het openbaar onze behoefte doen. Dat is de reden dat wij katten een afgesloten kattenbak geven met een klepje ervoor. En natuurlijk ook omdat we de poep dan minder zien en ruiken.’

Bijzonder carrièrepad

Het carrièrepad van Esther Bouma is niet bepaald recht, maar gedrag zowel bij mens als dier is de rode draad. Ze is afgestudeerd als bioloog en gepromoveerd in de sociale psychiatrie. Ze werkt sinds 2014 bij het CIT van de RUG als institutional researcher, waar ze evaluatieonderzoeken doet onder promovendi, docenten en studenten, zoals bijvoorbeeld over het effect van het Bindend Studie Advies. Tussendoor is Bouma twee jaar gedetacheerd geweest bij de vakgroep Sociale Gezondheid van hoogleraar Arie Dijkstra. Daar heeft ze als post-doc een project uitgevoerd dat via de hondenbescherming binnen was gekomen. ‘De vraag daar was: bereiden mensen zich goed voor als ze een hond nemen? Daardoor ben ik via het contact met Arie weer in het mens-dier onderzoek gerold. Ik doe nu vooral onderzoek naar hoe eigenaren naar hun huisdier kijken en hoe dit het welzijn van de dieren beïnvloedt. Er is namelijk veel onderzoek naar het effect van dieren op het welzijn van mensen, maar andersom is er maar weinig. En daar wil ik graag meer over weten.’

'We denken dat we onze dieren goed aanvoelen, maar het is maar de vraag of we daar echt goed in zijn. Complexe emoties, zoals schaamte of jaloezie, zijn niet aannemelijk bij katten, maar worden wel vaak aan hen toegedicht'.

Mens-dierrelatie is complex

Bouma is geïntrigeerd door gedrag. Waarom doen dieren wat ze doen? En in die zin de mens natuurlijk ook. Een mens is immers ook een dier. ‘Als je kijkt naar de evolutie van mensen, dan is de groep en wat mensen van ons vinden, heel belangrijk geweest voor onze overleving en ons welzijn, en dat is nog steeds zo. Maar soortgenoten zijn niet belangrijk voor de overleving van de kat; hij is een solitaire jager. Verwilderde katten leven alleen in groepen wanneer er voldoende voedsel is. Dus als wij het zielig vinden dat onze kat de hele dag alleen is, vullen we dus iets in dat de kat waarschijnlijk helemaal niet voelt. De eigenaar denkt dan: “ach die arme kat, die heeft een vriendje nodig. En dan wordt er een kitten bij gezet, omdat die minder bedreigend zou zijn’. Maar de meeste katten vinden dat maar niets, een andere kat in hun territorium, of de indringer nu groot of klein is.’ Wij mensen hebben vrienden nodig maar dat geldt niet per se voor onze katten. We vermenselijken onze huisdieren doordat we door onze eigen menselijke bril naar hun gedrag kijken. Met mogelijk allerlei gedragsproblemen tot gevolg.’

Jaloerse kat?

In haar kattenpraktijk ziet Bouma regelmatig dat mensen allerlei complexe emoties toedichten aan hun kat. ‘Een kat die ineens geconfronteerd wordt met een andere kat in huis, kan gedrag vertonen wat door de eigenaren als jaloezie gezien wordt, zoals het najagen van de andere kat, of als wraak, zoals het plassen op de bank. Maar vaak is er iets heel anders aan de hand is. Mogelijk is de kat bang voor de nieuwe kat, kan hij zijn kattenbak niet bereiken en plast hij daarom op de bank. Het is heel interessant dat mensen hun eigen emoties projecteren op hun huisdier. Jaloezie is blijkbaar voor ons een hele belangrijke emotie, terwijl er tot op heden geen enkel bewijs is dat een kat die emotie voelt.’

'Het is belangrijk dat mensen de kennis over hun huisdier vergroten. Dat kan al simpel, door vaker te kijken naar wat het dier doet, maar ook door je te verdiepen in de soort.'

Observeer en leer

Bouma: ‘Ik hoor vaak van mensen dat hun kat ‘uit het niets plotseling’ agressief werd, en krabde of beet. Dit is zelden uit het niets, de kat heeft vaak al subtiel aangegeven dat hij wel klaar was met dat geaai. Ik raad eigenaren dan aan om hun kat goed te observeren. Als je een kat aait en de oren gaan naar achteren, de staart roert zich en de kat kijkt een of twee keer om, dan kun je het beste stoppen met aaien. Omdat iemand tv kijkt, of aan het appen is worden die signalen vaak volledig gemist, en dan is de kat genoodzaakt duidelijkere signalen in te zetten. Niet alle katten doen dit uiteraard, afhankelijk van de individuele persoonlijkheid zal hij bijten of gewoon van schoot af springen. Door gedrag van dieren te observeren kun je heel veel leren. Een kat die bijvoorbeeld altijd kopjes geeft aan de bank probeert zijn geur te verspreiden, mogelijk omdat hij zich niet helemaal veilig voelt in de omgeving. Ook belangrijk om te weten: een kat die blaast is niet boos maar bang.’ Volgens Bouma is het belangrijk dat mensen de kennis over hun huisdier vergroten. Dat kan al simpel, door vaker te kijken naar wat het dier doet, maar ook door je te verdiepen in de soort. Een kat is namelijk geen hond of een klein mensje.

Bezint eer je begint

Verkeerde interpretaties van gedrag kunnen nadelige gevolgen hebben voor je huisdier, zoals stress of angst, maar ook voor de band met je huisdier, bijvoorbeeld als je dier via agressie zijn grenzen aangeeft. ’ Het is volgens Bouma belangrijk dat (toekomstige) huisdiereigenaren zich inlezen in de diersoort die ze aanschaffen. En bedenken of ze kunnen bieden wat het dier nodig heeft om zijn soorteigen gedrag uit te kunnen voeren. Sommige katten willen graag hoog zitten, zorg dat dat kan. Als een kat de bank steeds stuk krabt dan heeft hij waarschijnlijk een stevige(re) krabpaal nodig. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom een dier doet wat hij doet; dit begrijp je het beste wanneer je kennis over het dier hebt. Maar menselijke emoties projecteren op huisdieren – nee, dat is meestal niet de beste weg.

John Kistermann