Onderwijs in nieuwe jaren 20 meer gericht op ontwikkeling/groei dan behalen resultaten
Onderwijs: mag het een beetje minder efficiënt?
Radboud Recharge 12-12-2019
Filosoof Jan Bransen schreef een boek waarin hij pleit voor ander onderwijs: meer gericht op ontwikkeling, minder op het behalen van resultaten. Hij oogstte veel bijval in de onderwijswereld – en hoe nu verder? Na de woorden, nu de daden. En lastige vragen blijft hij stellen.
‘Ik ben altijd een beschaafd academicus geweest, die achter zijn scherm zat te tikken. Maar nu…’ Jan Bransen, hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit, publiceerde in februari 2019 het boek Gevormd of vervormd? Een pleidooi voor ander onderwijs. Bransen stelt daarin dat het onderwijssysteem gebaseerd is op verkeerde aannames, en te veel een keurslijf is geworden, waarin het minder om ontwikkeling gaat dan om het behalen van resultaten.
Is de filosoof activist geworden? Bransen: ‘Ik schreef al wel langer stukken en boeken waarmee ik niet alleen mijn wetenschappelijke collega’s probeerde te bereiken, maar ook een breder publiek. Dit boek heeft nieuwe gesprekspartners opgeleverd. En indirect heb ik er een nieuwe baan aan overgehouden, want ik word in 2020 academisch leider van het Radboud Teaching and Learning Centre, dat draait om onderwijsinnovatie, docentontwikkeling en onderwijsonderzoek.’
Meester-gezelrelatie
Geen woorden, maar daden dus: hoe gaat Bransen zorgen dat het onderwijs, bijvoorbeeld op de universiteit, beter wordt? ‘Vooropgesteld dat ik het niet alleen voor het zeggen heb bij het Radboud Teaching and Learning Centre, wil ik als filosoof dat zowel docenten als de universiteit als geheel goed nadenken over wat goed academisch onderwijs zou moeten zijn. Waar staan wij voor? Ik wil graag dat docenten op de universiteit zien, of weer zien, dat hun onderwijs en onderzoek niet zo ver uit elkaar liggen. Als je onderzoek doet, ben je jezelf dingen aan het leren. Als je onderwijst, ben je in de buurt van anderen die leren, en vaak leer je daar zelf ook van. Ik zie de verhouding docent-student meer als een meester-gezelsituatie waarbij je samen probeert verder te komen.’
Pijnlijke vragen
En wat de universiteit als geheel betreft: die is, vindt Bransen, steeds meer een producent van verhandelbare kennis geworden. ‘Daar zit ik zelf ook mee, want ik kan wel willen dat studenten Pedagogiek zelf moeten nadenken over wat onderwijs is of zou moeten zijn, maar ook ik geef zes keer twee uur hoorcollege aan een zaal met 250 pedagogen in spe, en sluit dat af met een tentamen. Dat past niet bij wat ik allemaal beweer. Maar mijn studenten willen gewoon hun studiepunten en hun diploma halen. Toch is dit iets waarover we op z’n minst moeten nadenken, of we het zo willen. Net als over andere, mogelijk pijnlijke vragen. Zoals: komen er niet veel te veel studenten op de universiteit terecht? Meer dan 90 procent wordt geen onderzoeker. Van oudsher leiden we daar voor op – maar doen we dat nu nog? Of moeten we wat anders gaan doen?’
Af te vinken doelen
Leren voor je tentamen: Bransen zou die houding graag willen doorbreken. ‘Het geldt niet alleen voor studenten, het is een maatschappelijk verschijnsel. De enorme doelgerichtheid, het zo snel mogelijk naar een doel toe werken, dat zou onbelangrijker moeten worden. Dat idee, daar wil ik verder mee. Leren is nooit af, je ontwikkelen is nooit af. En toch hebben we van onderwijs iets gemaakt wat wél af te vinken doelen heeft. En ook al op zo’n jonge leeftijd. We worden ouder dan ooit, maar intussen is de druk opgevoerd om zo jong mogelijk een zo hoog mogelijk diploma te halen. Wat is daar zo urgent aan? Alsof je op latere leeftijd niets meer kunt leren. Alsof je, zo jong als je bent, geen tijd te verliezen hebt. Terwijl een tijdje lummelen, of juist gaan werken en uitproberen wat bij je past, uiterst leerzaam kan zijn. Je moet ook eens wat kunnen doen zonder dat je weet waar het toe leidt. Dat is niet zonde van je tijd.’
Drastische veranderingen
Bransens boek veranderde zijn werkende leven: ‘Ik krijg gemiddeld een stuk of vier uitnodigingen per week voor lezingen en meedenksessies. Van onderwijsbestuurders, interne begeleiders, leerplichtambtenaren… Sinds kort zit ik zelfs in een Taskforce Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Daarmee gaan we de politiek bespelen om te komen tot drastische veranderingen in het onderwijsbestel.’
Bevlogen vertelt Bransen over de mensen met wie hij samenwerkt en over hun ideeën. Neem het gegeven dat leerstof in jaarklassen moet worden afgehandeld. Dat heeft tot gevolg dat de gemiddelde leerling als uitgangspunt dient en 15 procent bovengemiddelde leerlingen en 15 procent benedengemiddelde leerlingen niet goed bediend worden. ‘Dertig procent van de leerlingen krijgt dus niet wat ze nodig hebben. Dat moet toch anders kunnen? Onderwijs moet meer worden vormgegeven aan de hand van de ontwikkelingsbehoeften en –vermogens van kinderen.’